AUTISME
Wat is autisme?
Mensen met autisme hebben problemen om informatie te verwerken. Het gaat om informatie die we via onze zintuigen binnenkrijgen (horen, zien, ruiken, proeven en voelen). Mensen met autisme hebben moeite om deze informatie te filteren.
Tussen mensen met autisme bestaan hier verschillen in. Zo komen bij de ene persoon geluiden extra sterk binnen (horen) en heeft een ander een hoge gevoeligheid voor aanrakingen (voelen). Dat kan in het dagelijks leven zorgen voor problemen. Het kan ook positief zijn wanneer talenten zich ontwikkelen.
Mensen met autisme hebben problemen met sociale contacten waaronder het aangaan en onderhouden van relaties. In het dagelijks leven ervaren zij problemen op het gebied van plannen en organiseren in opleiding, werk en wonen.
Hoe wordt autisme onderzocht?
Autisme wordt vastgesteld op basis van bepaald gedrag. Dit gedrag treedt op als gevolg van de problemen met het verwerken van informatie. Psychologen en psychiaters hebben de gedragskenmerken van autisme beschreven in de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM 5).
De gedragskenmerken worden onderzocht aan de hand van vragenlijsten en interviews. Autisme wordt niet vastgesteld aan de hand van bloedonderzoek of ander lichamelijk onderzoek.
Van autisme naar autismespectrumstoornis (ASS)
In DSM IV werd autisme onderverdeeld in verschillende vormen zoals de stoornis van Asperger, de pervasieve ontwikkelingsstoornis niet anderszins omschreven (PDD-NOS) en de autistische stoornis. Sinds de komst van DSM 5 wordt er echter geen onderverdeling meer gemaakt. Er is nu gekozen voor één overkoepelende classificatie namelijk de ‘autismespectrumstoornis’, afgekort ASS. Op onze website gebruiken wij voor de leesbaarheid de term autisme.
Voor meer informatie zie de website van de Nederlandse Vereniging voor Autisme (NVA), www.autisme.nl